De geschiedenis van Daarlerveen
De geschiedenis van onze streek
Daarlerveen is ontstaan uit de veenderij, het winnen van turf. Door de aanleg van het kanaal tussen Vroomshoop en Almelo waren de woeste gronden naar het oosten voor de boeren uit Daarle niet meer bereikbaar. Deze oostelijke gronden werden afgegraven en uit die veenkolonie is het huidige Daarlerveen ontstaan.
Een Veenbrug
In 1887 werd in Daarlerveen een zeer oude veenweg gevonden. Die liep van noord naar zuid en lag op een diepte van 1,5 meter. De weg zou in totaal wel 6 km lengte hebben gehad.
De weg werd door deskundigen gedateerd op 200 v. Chr. De Romeinen kwamen pas 57 v. Chr in deze buurten maar kunnen wel gebruik hebben gemaakt van de weg voor "verkenningen" in noordelijke richting.
De weg bestond uit takkebossen, aan weerszijden vastgehouden door paaltjes en de breedte was 2 meter, zodat hij waarschijnlijk als voetpad is gebruikt. Naast de veenbrug werden o.a. een bronzen speerpunt en een bronzen mantelspeld gevonden.
In 1930 zou in Daarlerveen ook een weg of brug gevonden zijn. Deze lag nog dieper, in het Dargveen (onderste veenlaag) en liep van zandkop tot zandkop.
Deze veenbruggen maken een belangrijk deel uit van de historie van Daarlerveen. Sinds 1999 is daarom de basisschool van Daarlerveen ook omgedoopt tot "De Veenbrug".
Voorbeeld van een opgraving van een oude veenbrug
Vondsten uit de Oertijd
In de Daarlerbeek, die nu de Stouwe heet, zijn tijdens werkzaamheden verscheidene vondsten gedaan. Vlak voor de oorlog werd een schedel van een beer gevonden en botten van een paardje dat in deze omgeving ongeveer 5000 jaar geleden rondliep. In 1953 werd een boot aangetroffen in de bodem van de oude beek. De boot bleek 2000 jaar oud te zijn. Ook werd in de beek eens een prachtige vuurstenen bijl gevonden.
De geschiedenis van ons dorp
De geschiedenis van het dorp begint met de aanleg van het kanaal Zwolle – Almelo in de jaren 1852 – 1856. Het was de bedoeling om het kanaal tussen Daarle en Hoge Hexel door te laten lopen richting Vriezenveen, maar dit stuitte op weerstand van de inwoners van Daarle, die hun grondgebied niet doorsneden wensten te zien. Vandaar dat men ervoor koos om door het dal van de Daarlerbeek te gaan, dan waren die bezwaren opgelost. Dit hield wel in dat men door de venen van Daarle ging, maar omdat die op enkele boekweitakkers na ongecultiveerd waren, vanwege de moerassigheid, was dat minder bezwaarlijk.
In de kerkeraadsnotulen van de hervormde gemeente Daarle staat reeds in 1856 vermeld dat “er zich eenige vreemdelingen hebben geset in de Veenen van Daerle”.
Turfschepen in Daarlerveen – 1927
Tijdens het afgraven van de venen werden er meerdere vondsten gedaan, waaruit blijkt dat er in de voorafgaande eeuwen menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden; onder andere twee stenen bijlen aan het begin van de veenbrug naar Sibculo en een veel jongere doodlopende knuppelbrug, waarschijnlijk ten behoeve van boekweitteelt of graven van ijzererts, met daarbij een bronzen mes en armband (offergaven?). Eveneens werd gezien de vondst van een boomstamkano in het beekdal, de Daarlerbeek reeds ver voor het begin van de jaartelling bevaren. Zie ook hierboven.
Veengebied
Het veengebied wat Daarle toebehoorde is sterk ingeperkt vanwege de laatste verplaatsing van Vriezenveen midden 17e eeuw, waardoor de inwoners hun grondgebied naar het noorden wilden uitbreiden. Dit met de hulp van de Heer van Almelo, die eveneens meende rechten te kunnen claimen en de Vriezenveners door middel van advocaten ondersteunde. Gelukkig werd met de komst van Napoleon eind 18e eeuw de macht van de adel aan banden gelegd en behielden de inwoners van Daarle een gedeelte van de venen. Het afgestane grondgebied met de namen Twistveen en Nieuwe Westervenen herinneren hier nog aan.
Zo konden de inwoners van Daarle hun door het kanaal doorsneden veengrond verkopen aan de verveners, die niet alleen uit de buurt, maar eveneens uit het Drents/Gronings veengebied en Friesland kwamen. Voor afwatering en vervoer werden meerdere wijken en boksloten aangelegd. De wijken stonden allen haaks op het kanaal en eindigden bij de gemeentegrens, uitgezonderd de Vriezenveensewijk.
Boksloten
In 1863 waren er al tien boksloten, die niet in open verbinding stonden met de wijken en enkel dienden voor vervoer van turf. Spoedig kwamen er nevenactiviteiten die voortvloeiden uit de vervening, zoals enkele kalkovens aan de Kalkwijk en Nonkeswijk en een Scheepswerf aan de Webbinkswijk.
Wijken
De namen van de overige wijken waren, Meesterwijk, Boeswijk, Lijsterwijk, Kooywijk en Reinderswijk.
De geschiedenis van het veen
Met dank aan Daarlervener Ruud Eggink kunnen we hier de geschiedenis van het veen en de turfwinning publiceren. Een interessant inkijkje over de verschillende lagen veen alsook wat er zoals is gevonden in het veen. Klik op de link om naar dit document te gaan.
Een oud schriftje uit Daarlerveen
“Mijn” schriftje was afkomstig van een inwoner van Daarlerveen, die tezamen met zijn zuster aan het kanaal woonde, in de buurt van de Nonkeswijk.
Als hij een brief wilde schrijven, werd die met potlood in het schriftje geschreven. Na het aanbrengen van de nodige correcties en na het ontwerp nog eens gelezen hebbende, werd de brief in inkt en “in het net” overgeschreven op briefpapier en kon dan verstuurd worden. En in het schrift bleef de originele tekst bewaard. Klik op de link om meer te weten te komen over dit schriftje uit Daarlerveen waarbij we een inkijkje krijgen in ons dorp van voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Onze grote dank gaat uit naar Ruud Eggink die dit verhaal voor ons optekende.
De geschiedenis van onze spoorlijn
In 1906 werd de spoorlijn Almelo – Mariënberg aangelegd, met een stopplaats bij het Daarlescheveld. Deze halte kreeg eerst de benaming “Boldijk”, doch werd in 1907 gewijzigd in “Daarle” tot 1958, toen de naam in “Daarlerveen” werd veranderd.
Daarlerveen kreeg zijn officiële naam omstreeks 1910, voorheen was het een onderdeel van Daarle, eveneens op kerkelijk gebied.
De geschiedenis van onze kerken
Omdat de kerkgang naar Daarle volgens de inwoners nogal problemen opleverde vanwege de afstand en begaanbaarheid van de Boldijk, werd per 1 januari 1911 Daarlescheveld of Daarlerveen bij Vroomshoop gevoegd.
De gereformeerde inwoners scheidden zich in 1936 af van Vroomshoop en kregen een eigen kerk. Dit was voor de hervormde inwoners aanleiding om als deelgemeente van Vroomshoop een eigen kapel te stichten.
In 1944 vond er een kerkscheuring plaats, waarbij de vrijgemaakt gereformeerden de kerk behielden en de twaalf overgebleven gezinnen en eigen stek moesten zoeken. Die kregen ze in 1950 door de bouw van het Witte Kerkje aan de Kerkstraat, tot in 1998 het aantal leden dusdanig was geslonken dat men aansluiting vond bij de Hervormden. Deze hadden in 1969 de oude kapel vervangen door een nieuwe kerk en waren in 1991 zelfstandig geworden.
Na de samenvoeging werd de naam van de hervormde gemeente veranderd in Protestantse Gemeente “De Schoof”.
De Kruiskerk
Het Witte Kerkje
De Schoof
Bron: Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal
De Baptistengemeente in Daarlerveen
De Baptistengemeente Daarlerveen van 1935-1958
Van 1935-1950 waren er bijeenkomsten in schuur/huiskamer, o.a. nabij Nieuwe Daarlerveenseweg 6 en Brugstraat 61.
Velen zullen niet weten dat er zelfs nog een baptistenkerk in Daarlerveen is geweest,
deze heeft gestaan: Brugstraat 31 aan het Veenkanaal (Vennewieke)
Vanwege een tekort aan geld om de hele nieuwbouw van deze kerk te financieren stelde dominee van Loo voor om de kerk zelf te bouwen.
In 1950 begon de bouw van de kerk en met Pasen in 1951 was de ingebruikname.
Ds J. Van Loo (ook nog kapper) bouwde in een jaar zelf deze kleine kerk en beitelt het houtsnijwerk van de preekstoel. De fundering werd door vakmensen gelegd, bij het plaatsen van zware balken kreeg hij hulp, maar de rest bouwde hij met eigen handen.
De voorgangers van 1935-1958:
Van 1935-1953 Ds J van Loo, hierna is hij vertrokken naar Canada
De timmerende dominee zoals hij genoemd werd is in 1967 overleden.
Van 1954-1958 Ds G. van ‘t Wout
In 1958 is de kerk opgegaan in de baptistenkerk Westerhaar.
De houten kerk is daarna ommuurd en verbouwd tot woning, deze staat er nog na meerdere verbouwingen.
Nog meer geschiedenis?
Weet u nog meer over de geschiedenis van ons dorp? Laat het ons weten. Te denken valt aan de geschiedenis van de school/ scholen. De geschiedenis van de middenstand of industrie in ons dorp. De geschiedenis van het kanaal of de bruggen die er zijn? Mail uw informatie naar plaatselijkbelangdaarlerveen@hotmail.com
We kijken uit naar uw verhalen. Ze zijn zeer welkom.
Groeneweg - Boldiek - Daarlerweg
De Groeneweg liep vanaf de Schoolbrink in Daarle via de huidige Achterweg over de Esch naar de groengronden langs de Oude Daarlerbeek. Het eindpunt was op de rivierduinen langs het beekdal.
Na het ontstaan van het dorp Daarlerveen is de Groeneweg verlengd met de Boldijk. De venen ten oosten van Daarle werden vanouds Wuuste genoemd. Het waren onbegaanbare gemeenschappelijk markegronden, de vanaf de huidige Kalkwijk tot aan de Veeneindeweg in Vriezenveen liepen. Naar het oosten strekten ze zich uit tot ongeveer de huidige Hoofdweg in Westerhaar.
Vanwege strubbelingen na de laatste noordwaartse verplaatsing van Vriezenveen midden 17e eeuw, is dit gebied, met behulp van de Vriezenveense graaf van Almelo, behoorlijk verkleind. Na de verdeling van de markegronden, die in 1845 werd afgerond, werden de venen in de lengte opgedeeld en kregen vervolgens de benaming “Slag“ meervoud Slagen.
Voor het ontstaan van het dorp Daarlerveen, eindigde de Groeneweg vanuit Daarle tot aan het dal van de Oude Daarlerbeek, waar later aan de oostkant door de Vriezenveners de Stouwe werd gegraven.
Deze foto is genomen bij het afgraven van de oerlaag (assche) in het dal van de Daarlerbeek.De assche werd met smalspoorlorries vervoerd naar het Zwolsche Kanaal en per schip via Lemelerveld naar Nering Bogel in Deventer, om verwerkt te worden tot ijzer.
De foto is genomen aan de westkant van de oude beekbedding in de lijn van het erf Janshuis aan de oostkant van de Daarleresch (fam. Kerkdijk) en de Kalkwijk. Hier liep vanouds de weg Daarle - Sibculo, door het dal van de Daarlerbeek en de venen, dus onder Daarle. Bij het afgraven kwam een oude veenbrug tevoorschijn.
Vanuit de Groeneweg heeft dus een veenbrug de venen ingelopen. Bij de huidige spoorhalte zijn historische restanten zijn gevonden. Men vond in een diep veengat een bronzen armband en speerpunt (offergaven?).
Na het midden van de 19e eeuw werd een dijk aangelegd. De Boldijk is waarschijnlijk genoemd naar het erf Bolman, gelegen aan de oostelijke rand van de es.
Station Daarlerveen kende vele namen
Op haar beurt is de naam Boldijk ontleend aan de Bolschenakker. Van deze akker is de bovenste laag (de bolster) afgegraven ten behoeve van brandstof. De Bolschenakker moet aan de oostkant van de huidige Esweg hebben gelegen. Dit lagere gebied lag als een kom tussen de esch en de rivierduinen in, langs het beekdal (de zgn. Woestehaar of Zandstreek), waar het regenwater zich verzamelde en waar vanwege de ondoordringbare ondergrond er vennetjes ontstonden. Er ontstond daardoor een dunne laag veen welke bolster werd genoemd.
De halte aan de in 1906 aangelegde spoorlijn Almelo – Marienberg, kreeg de naam Boldijk. Om meer bekendheid te geven werd in 1907 de naam veranderd in Daarle. Tot 1958, toen werd het Daarlerveen-Boldiek.